Wat de smartphone onze kinderen doet

De druk is groot: je eigen smartphone is vanaf uiterlijk twaalf jaar inbegrepen. Het is al lang meer dan alleen communicatiemiddelen - het is een statussymbool en sociale stopverf. Wie dat niet heeft, voelt zich snel buitengesloten.

Vloek of zegen? Veel ouders maken zich zorgen omdat hun kinderen elke minuut van hun vrije tijd online komen. Wat doet dat met mijn kind? Moet ik het gebruik reguleren en zo ja, hoe moet dat werken als ik niet de klok rond mijn tel kan en niet wil zien?

In opdracht van het Rijksinstituut voor Media Noordrijn-Westfalen (LfM) hebben onderzoekers van de Universiteit van Mannheim 500 kinderen van 8 tot 14 jaar en ouders geïnterviewd over dit onderwerp.



Hoeveel kinderen hebben een mobiele telefoon met internettoegang?

64 procent van de 8- tot 14-jarigen kan online gaan met hun mobiele telefoon. De 13- en 14-jarigen zijn al 86 procent.

Is de smartphone verslavend?

Volgens de onderzoekers is acht procent van de kinderen verslaafd. Professor Peter Vorderer zegt: "Velen kunnen het langer zonder een mobiele telefoon of smartphone, maar ongeveer 21 procent van de kinderen en adolescenten is zeer toegewijd". Dit komt onder andere tot uitdrukking in het feit dat ze "constant aan de mobiele telefoon denken, deze op nieuwe berichten controleren of deze als een niet-specifiek tijdverdrijf gebruiken."

Wat doet de smartphone met de vriendschappen?

De vriendschappen van de kinderen profiteren van het gezamenlijk bekijken van foto's en video's of het gemeenschappelijke mobiele spel. Maar bovenal is de mobiele telefoon van groot belang als communicatiemiddel dat de band met elkaar versterkt. Opvallend is de angst iets te missen en te worden uitgesloten van de stroom van communicatie. Zo voelt een op de vier kinderen gestresst door de constante communicatie via koeriersdiensten zoals "WhatsApp". En elke zevende denkt dat de echte contacten met vrienden zijn.



En hoe zit het met schoolprestaties?

Bijna de helft geeft toe dat ze worden afgeleid door hun mobiele telefoon, bijvoorbeeld bij het maken van hun huiswerk. Eén op de vijf kinderen noemt zelfs schoolproblemen vanwege frequent gebruik van de mobiele telefoon.

En hoe gaan de ouders ermee om?

Veel van de geïnterviewde ouders spraken over machteloosheid, verlies van controle en buitensporige eisen. Vaak zijn er familiale geschillen over het gebruik van mobiele telefoons door kinderen en over welke apparaten en apps worden gekocht. De onderzoekers onderscheiden vier oudertypen:

Type laissez fair: Een zevende (15 procent) geeft zich over aan het mobiele-telefoonverbruik van hun kinderen en ziet af van educatieve maatregelen.

Bang conservatieve toezichthouders: Ze beperken het gebruik van de smartphone en negeren de sociale nadelen die hun kinderen oplopen.

Vriendelijke liberalen: Deze ouders vertrouwen op een vertrouwensrelatie met hun kinderen en maken zich nauwelijks zorgen.

Kindgericht Actief: Ze gaan sterk om met het gebruik van de mobiele telefoon door hun kinderen en streven naar begrijpelijke richtlijnen voor een voor de leeftijd geschikte behandeling.



Wat kunnen ouders beter doen?

  • Begeleidende kinderen: wetenschappers vinden het problematisch dat 15 procent van de ouders vrijwel geen mobiele telefoonopleiding volgt.
  • Om een ​​rolmodel te zijn: veel ouders tonen hun kinderen een overmatig gebruik van mobiele telefoons. Kinderen, hun ouders
  • Gebruik de smartphone regelmatig, gebruik hem vaker.
  • Relaties onderhouden: Volgens de wetenschappers helpt een veilige band ervoor te zorgen dat de kinderen niet voor het touchscreen gaan zitten.
  • Gebruik technische mogelijkheden: hulpmiddelen voor tijdbeperking of bescherming tegen inhoud die niet kindvriendelijk is op internet (bijvoorbeeld www.kinderserver-info.de) zijn bij zeer weinig ouders bekend.

Zo gaat je batterij langer mee (April 2024).



smartphone